• Ambities: de zingeving
  De individuele en de gezamenlijke ambities.
• Afspraken: het procedurele
  De afspraken over rollen, processen, structuur, procedures e.d.
• InterActie: het relationele
  De onderlinge relaties, interactie, samenwerking en het feitelijke gedrag.

Als de managers zich bezig houden met de Wat-vraag en de medewerkers met de Hoe-vraag:

• Ontstaat er betrokkenheid bij de oplossingen en motivatie om de oplossingen daadwerkelijk te gebruiken.
• Is de acceptatie veel groter, omdat de medewerkers zelf de oplossingen bedenken. De oplossing ontstaat binnen de sociale context.
• Is de oplossing veel praktischer, omdat de medewerkers op de hoogte zijn van de praktische problemen.
• Voelen de medewerkers zich serieus genomen en verbetert het verbetervermogen van de organisatie.

Cruciaal zijn de criteria aan de oplossingen: snelheid, vertrouwen en motivatie zijn het grootst als in één keer die oplossingen komen waar iedereen in gelooft.

• Methodische aanpak en werkvormen
• Samenwerking met verschillende disciplines en expertises
• Draagvlak voor het resultaat

De fasen van veranderen:

1. Noodzaak
   Met aandacht voor de noodzaak van verandering en de leiding aan de verandering.
2. Intenties
   Met aandacht voor de intenties: de doelen, beoogd resultaat en het gewenste gedrag.
3. Situaties
   Met aandacht voor de (lastige) situaties, waarin het gewenste gedrag moet plaatsvinden, met vooral aandacht voor de fysieke en sociale context.
4. Doen
   Het aan de slag gaan met het gewenste gedrag en het geven van positieve feedback daarop.
5. Volhouden
   Het onder de aandacht houden van het gewenste gedrag en het periodiek evalueren van gedrag én resultaat.
6. Afronden
   Het bewust afsluiten van de specifieke aandacht voor bepaald gewenst gedrag en het overstappen op een nieuwe verandering.

Innovatie
Innovatie vereist:

• Creativiteit
• Managen van risico´s
• Implementatie